Schoterbosapotheek

Let op! Wij zijn op 12 november gesloten in verband met een staking van het apotheekpersoneel.

 

Welkom bij Schoterbosapotheek. U vindt hier alle benodigde informatie over de apotheek. Bovendien kunt u herhaalrecepten en vele overige zaken online regelen.

Rijksstraatweg 19
2023 HA Haarlem

Tel: 023-5250155
E-mail: info@schoterbosapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Bloedstollingsziekten

Inhoud

Bloedstollingsziekten

Wat is bloedstollingsziekten?

Bij bloedstollingziekten is er een afwijking in de stolling van het bloed, waardoor u sneller kunt bloeden en langer blijft doorbloeden. Bij het stollen van het bloed zijn verschillende stollingsfactoren betrokken.

Bij hemofilie ontbreekt een stollingsfactor, meestal factor VIII (hemofilie A), zelden factor IX (hemofilie B). Hemofilie komt vrijwel uitsluitend bij mannen voor en is erfelijk.

Bij de ziekte van Von Willebrand bestaat een tekort aan een stollingseiwit en werken de bloedplaatjes niet goed. De ziekte is erfelijk.

Bij ITP (Immuun Trombocytopenie) en TTP (Trombotische Trombocytopenische Purpura) ontstaat een tekort aan bloedplaatjes, meestal door een auto-immuunziekte. Hierbij vallen uw afweercellen delen van het eigen lichaam aan, in dit geval de bloedplaatjes.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

De behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Meestal zijn medicijnen nodig.

U kunt de kans op bloedingen verkleinen door geen contactsporten te doen, zoals voetbal of boksen. Zwemmen, fietsen en hardlopen is meestal geen probleem.

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Desmopressine
Desmopressing wordt gebruikt bij stollingsstoornissen in het bloed, zoals hemofilie A en van Willebrand. Het zorgt voor een toename van stollingstoffen in het bloed. Bloedingen kunnen zo worden voorkomen of niet-ernstige bloedingen worden gestopt.

Tranexaminezuur
Tranexaminezuur houdt een bloedstolsel op een vaatbeschadiging in stand, waardoor de wond niet opnieuw kan gaan bloeden.

Stollingsfactoren bij hemofilie A
Stollingsfactoren die worden gebruikt bij hemofilie A lijken op stollingsfactor VIII. Deze middelen zetten de stolling in gang bij een eventuele bloeding. Voorbeelden hiervan zijn octocog alfa en moroctocog alfa.

Azathioprine
Azathioprine wordt gebuikt bij ITP (Immuun Trombocytopenie). Het onderdrukt de afweer tegen bloedcellen in het lichaam. Zo wordt afbraak van deze cellen voorkomen.

Avatrombopag en eltrombopag
Avatrombopag en eltrombopag worden gebuikt bij ITP (Immuun Trombocytopenie). Het verhoogt het aantal bloedplaatjes in het bloed. Hierdoor heeft u minder kans op bloedingen. Avatrombopag wordt ook gebruikt als u een operatie krijgt.

Romiplostim
Romiplostim wordt gebuikt bij ITP (Immuun Trombocytopenie). Het helpt het beenmerg om meer bloedplaatjes te maken. Hierdoor stijgt het aantal bloedplaatjes in het bloed. U heeft dan minder kans op bloedingen.

Vincristine
Vincristine wordt ook gebuikt bij ITP (Immuun Trombocytopenie). Hoe het hierbij werkt, is onbekend.

Rituximab
Rituximab wordt gebuikt bij ITP (Immuun Trombocytopenie). Het onderdrukt de afweer tegen bloedcellen in het lichaam. Zo wordt afbraak van deze cellen voorkomen.

Caplacizumab
Caplacizumab wordt gebruikt bij aTTP (verworden Trombotische Trombocytopenische Purpura). Het grijpt aan op een bepaald eiwit dat een rol speelt bij de bloedstolling. Door dit eiwit te blokkeren, remt caplacizumab de vorming van bloedklonten. Op die manier blijven er meer bloedplaatjes over.